Jacoba (Co) Eggink en Wilhelmus (Wim) de Wolff
In 2013 heeft Rijnmond.nl aandacht besteed aan Martinus Loos, Elisabeth van den Oosten en hun acht kinderen. Door het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 kwamen de vrouw en vijf kinderen om het leven. De drie andere kinderen zijn waarschijnlijk ook om het leven gekomen, van hen heeft men nooit iets terug gevonden. Voor zover bekend was dit het gezin met de meeste dodelijke slachtoffers.
Maar er waren meer gezinnen die zware persoonlijke verliezen leden. Bij het onderzoek naar de slachtoffers zijn tot op heden elf gezinnen aangetroffen waarvan vijf of meer gezinsleden (ouders, kinderen, getrouwd of ongetrouwd, kleinkinderen) het bombardement niet hebben overleefd. Een van die gezinnen betrof Wilhelmus de Wolff, Jacoba Maria Helena Eggink en hun zeven kinderen. Via een familielid van dit gezin, kwamen wij meer te weten over dit gezin en kregen wij de beschikking over foto’s en de toestemming om die te gebruiken voor publicatie.
Jacoba (Co) Eggink en kinderen
Op 20 juni 1912 trouwden de Rotterdammer Wilhelmus de Wolff (1884, roepnaam Wim) en de in Dordrecht geboren Jacoba Maria Helena Eggink (1888, roepnaam Co). De man, werktuigkundig ingenieur, woonde sinds 1910 in Amsterdam. Na het huwelijk vertrok de vrouw ook naar Amsterdam. Maar al snel verhuisde het echtpaar naar Leiden, waar twee kinderen werden geboren. Mogelijk vanwege het werk van de man, waren Velsen, Dordrecht en Den Haag de volgende plaatsen van vestiging. Op 14 februari 1935 vestigde het gezin –inmiddels zeven kinderen rijk- zich in Rotterdam, op het adres Nieuwehaven 46c. Dat was aan de zuidkant van de haven, vlakbij de Pauwensteeg.
Gezinskaart Wilhelmus de Woff en Jacoba Maria Helena Eggink
Toen de oorlog uitbrak varieerden de leeftijden van de kinderen van 26 tot 11 jaar. Zij woonden allen nog bij de ouders. Alleen zoon Wilhelmus (roepnaam Wouter) verbleef, als aspirant reserve-officier-vlieger, buiten Rotterdam. Op 10 mei 1940 wist hij, vanaf vliegschool Haamstede, te ontsnappen naar Engeland waar hij zijn opleiding als adjudant-vlieger voltooide. En zo overleefde hij 14 mei 1940. De dag waarop zijn ouders, zijn 2 broers en 4 zussen om het leven kwamen bij het bombardement op Rotterdam. Pas in de ochtend van 22 mei 1940 werden zij allen dood aangetroffen, naar mag worden aangenomen onder het puin.
Nieuwe Haven NZ en ZZ met nr. 46 aangegeven
In één klap bleef van een groot gezin alleen de 22-jarige zoon Wouter over. In de oorlog werd hij onder andere als reserve-kapitein-vlieger geplaatst bij het in 1943 op opgerichte no. 322 ‘Dutch’ Squadron RAF. Tot het eind van de oorlog voltooide het 322 Squadron bijna 4900 gevechtsmissies. Na de oorlog bleef Wouter bij de (Nederlandse) luchtmacht. Hij was onder meer kolonel-vlieger de commandant van resp. vliegbasis Twente, Soesterberg en Volkel. Na de oorlog heeft Wouter drie onderscheidingen gekregen, waaronder het Vliegerkruis. In 2005 overleed hij op 87-jarige leeftijd in Engeland, waar hij ook werd begraven.