Hendrika Hegmans en haar dochters
Over het lot van Hendrika Hegmans en haar dochters, omgekomen bij het bombardement op Rotterdam in 1940.
Over het lot van Hendrika Hegmans en haar dochters, omgekomen bij het bombardement op Rotterdam in 1940.
In de lente van 1940 woonde Hendrika Hegmans met haar man Hermanus Johannes (Manus) van Druten en hun twee dochters in de 2e Lombardstraat in Rotterdam. Hendrika werd geboren op 20 november 1915 in ’s-Hertogenbosch. Op 15 juni 1938 trouwde zij in Rotterdam met Manus, die als huisschilder werkte. Hun eerste dochter, Maria Christina, werd geboren op 26 februari 1939 — toevallig precies op de verjaardag van haar vader. Rond 30 april 1940 volgde hun tweede dochter, Clasina Wilhelmina. Het jonge gezin leek een toekomst vol beloften tegemoet te gaan, maar de gebeurtenissen namen een tragische wending.
Op de ochtend van 14 mei 1940 verlieten Hendrika en haar dochters hun huis aan de 2e Lombardstraat vermoedelijk voor een boodschap of een ommetje richting de Zomerhofstraat en Teilingerstraat. Het luchtalarm moet hen onderweg hebben verrast. Mogelijk vonden zij onderdak in een van de huizen aan de Teilingerstraat 5, maar helemaal zeker zullen we dat nooit weten. Hendrika werd later teruggevonden met haar mantel nog om, wat erop wijst dat zij niet lang op die plek verbleef voordat de bommen vielen.
Het pand op huisnummers 3 en 5 van de Teilingerstraat werd volledig verwoest door een voltreffer. Hendrika, Maria Christina en de pasgeboren Clasina Wilhelmina lagen samen met andere bewoners onder het puin. Op 19 mei vonden reddingswerkers Hendrika en Clasina Wilhelmina. Maria Christina werd op 21 mei gevonden.
Omdat moeder en dochters bij hun vondst niet direct geïdentificeerd konden worden, werden zij naamloos overgebracht naar de Algemene Begraafplaats Crooswijk. Op basis van kledingstukken en uiterlijke kenmerken kon Manus hen uiteindelijk identificeren.
De officiële overlijdensaangifte vond pas op 7 juni plaats. De jongste dochter, Clasina Wilhelmina, werd op 19 mei dood onder het puin gevonden, 19 dagen na haar geboorte. Ze geldt als het jongste geïdentificeerde slachtoffer van het bombardement op Rotterdam. Mogelijk kwam zij echter al op 14 mei om het leven, direct bij het bombardement.
Manus verloor in één klap zijn vrouw en beide dochters. Drie jaar later, in 1943, hertrouwde hij met Cornelia Jacomina Albers, met wie hij een nieuw gezin stichtte. Zijn eerste vrouw en dochters bleven altijd in zijn gedachten; hij bracht geregeld bezoeken aan hun graf op de Begraafplaats Crooswijk, vak GG.