Het 'Vergeten Bombardement' 1943
Analyse van de slachtoffers en impact van het bombardement op Rotterdam-West op 31 maart 1943.
Analyse van de slachtoffers en impact van het bombardement op Rotterdam-West op 31 maart 1943.
Op 31 maart 1943 troffen geallieerde bommen delen van Rotterdam-West, Schiedam, Hoogvliet, Pernis en Heijplaat. Dit bombardement, waarbij in Rotterdam en Schiedam zeker 453 dodelijke slachtoffers en vele gewonden vielen, staat in de volksmond bekend als het "Vergeten Bombardement" of het "Vergissingsbombardement".
Samen met de auteurs van het boek Target Rotterdam, het Stadsarchief Rotterdam en andere betrokkenen heeft Stichting Voorouder uitgebreid onderzoek verricht naar de namen van de slachtoffers van dit bombardement.
Op Begraafplaats Crooswijk liggen in vak GG meer dan 137 slachtoffers begraven. Van 116 personen kon de identiteit niet worden vastgesteld, omdat hun lichamen ernstig waren verbrand of slechts gedeeltelijk werden teruggevonden. Daarnaast zijn diverse namen bekend van personen waarbij een vermoeden bestaat dat zij ook slachtoffer zijn, maar waarvoor op basis van objectieve criteria (nog) geen sluitend bewijs is.
De lijsten met slachtoffers wordt actief onderhouden door Stichting Voorouder. Heeft u aanvullende gegevens, correcties of fotomateriaal? Neem dan contact op via info@voorouder.nl
De meeste slachtoffers waren in Nederland geboren. Daarnaast zijn er slachtoffers afkomstig uit Duitsland (4), België (3) en Suriname (1). Van de slachtoffers waren er 239 vrouw en 214 man.
Van 378 slachtoffers zijn gegevens over hun beroep of activiteit bekend. Onderstaand een overzicht van de meest voorkomende beroepen (minimaal 4 vermeldingen):
Het jongste slachtoffer was Marcel Bedeaux, ruim één maand oud. Maria Leoördina Taat was met ruim 91 jaar de oudste. De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers was 34 jaar.
Binnen de volgende gezinnen vielen de meeste slachtoffers:
Tussen haakjes staat het aantal overleden gezinsleden (minimaal 5).
Op het terrein van Van Berkel's Patent aan de Keileweg 5 in Rotterdam vielen zeker 28 slachtoffers.
Volgens familieoverlevering was Alida Huijskes zwanger ten tijde van het bombardement. Zowel zij als haar ongeboren kind kwamen om. Ook de hoogzwangere Maria Johanna Becude verloor haar kind toen zij tijdens het bombardement ten val kwam. Het kind zou de naam Hans hebben gekregen.
Mogelijk bevonden zich onder de slachtoffers ook illegalen en niet-geregistreerde personen, zoals onderduikers. Tot op heden zijn hiervan echter geen bevestigde gevallen bekend.
Bij de Keilehaven en Lekhaven stonden diverse loodsen onder militaire bewaking. Het is onbekend of hier slachtoffers zijn gevallen.
Voor het onderzoek naar de namen van de slachtoffers is gebruik gemaakt van onder andere:
Op verzoek van de werkgroep voor de herdenking van Het Vergeten Bombardement zijn interviews afgenomen met ooggetuigen en nabestaanden. Deze interviews zijn hier te beluisteren en vormden een waardevolle bron voor dit onderzoek.
Op Begraafplaats Crooswijk zijn in vak GG meer dan 137 slachtoffers begraven. Als onderdeel van dit onderzoek is een nieuwe bronbewerking van deze lijst gemaakt:
Aan dit onderzoek hebben onder andere deelgenomen: Willem Oldenburg, Jac. Baart, Walt Schulze, Hilde van den Biggelaar (overzicht beroepen en activiteiten) en John Hennink (overzicht getroffen locaties).
Daarnaast gaat veel dank uit naar de medewerkers en vrijwilligers van het Stadsarchief Rotterdam voor hun adviezen en ondersteuning.
Dankzij oproepen in de media zijn uitgebreide persoonlijke verhalen, fotomateriaal en aanvullend bewijs verzameld. Dit hielp bij het bevestigen van slachtoffers en het documenteren van hun geschiedenis.