De zusjes Huiberdina (Dien) en Gijsberta (Bep, Beppie, Bertien) van den Bos (Bron: collectie Nina Bos)
Net voor haar overlijden vertelde Gijsberta van den Bos (1930 – 2017) aan haar kleindochter Nina Bos over haar jeugd en herinneringen aan de Rotterdamse oorlogsjaren. Ook sprak zij over het bombardement op Rotterdam e.o. van 31 maart 1943. Haar verhalen vormden de basis voor het boek ‘Eén oorlog, twee verledens’.
Het bombardement
Op de fatale dag zat mijn oma als twaalfjarig meisje op school, de HBS Henegouwerplein in de Jagerstraat. In eerste instantie bleef de klas volgens mijn oma vrij koel onder het luchtalarm (dat ging immers wel vaker af) en moesten de leerlingen onder de schoolbanken schuilen. Pas toen de ernst duidelijk werd ging de klas naar de stevigste plek in het schoolgebouw: bij de trap. Zo gewend als de leerlingen waren aan het luchtalarm, klonk er geroezemoes en gelach. Die ontspannen sfeer sloeg om bij de eerste bominslagen. Van onder de trap waren de scholieren getuige van de rampzalige gebeurtenis die wij tegenwoordig kennen als het ‘Vergeten Bombardement’.
Kort na het bombardement mochten de leerlingen naar huis. Mijn oma liep samen met haar oudere zus Dien naar de Willem Beukelszstraat in Rotterdam-West, waar zij al van jongs af aan op nummer 68b woonden. Ze wisten dat hun ouders en broertje Adriaan nog thuis waren, dus de twee zusjes gingen allesbehalve gerust op pad.
Naarmate zij dieper Rotterdam-West in liepen, werd de schade steeds duidelijker. Om hen heen stonden gebouwen in brand en waren mensen wanhopig hun inboedel aan het redden. Bij de Rösener Manzstraat werden ze tegengehouden door dranghekken. Dat moment zou voor altijd in de herinnering van mijn oma gegrift staan.
Hoewel het nog ruim vijftig meter was naar de zijweg waar zij woonde, kon ze haar huis al zien. Althans, de plaats waar het had gestaan. Het hoekhuis was weggevaagd, waardoor ze een regelrechte inkijk had in de vernietigde straat. Aan weerszijden stond de straat in brand. Torenhoge vlammen omcirkelden de contouren van mijn oma’s huis. Al haar meubels zouden wegbranden; haar dierbare speelgoed en persoonlijke foto’s werden opgeslokt door de vlammen. En haar ouders en broertje waren in geen velden of wegen te bekennen.
Doodsangst moeten die meisjes toen hebben gevoeld, onwetend over het lot van hun gezin. Radeloos zijn de twee zusjes naar het huis van hun tante gegaan. En daar vonden zij hun ouders en broertje – ontredderd en gehavend, maar ongedeerd.
Gezin van den Bos. Van links naar rechts: Gijsberta, Huiberdina, moeder Neeltje van Benthem, Adriaan en vader Cornelis (Bron: collectie Nina Bos)
Het ‘Vergeten Bombardement’ wordt niet voor niets ‘vergeten’ genoemd. Mijn oma vertelde hoe alles na het bombardement in het teken stond van de wederopbouw. Ze kregen een nieuw huis en kochten nieuwe inboedel. Niemand – inclusief het gezin van mijn oma – praatte in de jaren na de oorlog nog over dit bombardement. Ook bezochten zij en haar gezin geen herdenkingen.
Door het vastleggen van de verhalen van mijn oma zijn haar herinneringen aan de Rotterdamse oorlogsgeschiedenis bewaard gebleven. Het boek ‘Eén oorlog, twee verledens’ is te bestellen bij Bruna.