82 jaar na het begin van de Tweede Wereldoorlog in Nederland zijn de namen achterhaald van 1150 burgers en militairen (van beide zijden) die zijn omgekomen als gevolg van het grote bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940, de daaraan voorafgaande gevechten en eerdere bombardementen op onder andere de Westersingel, de Robert Fruinstraat/Schietbaanlaan, het Oostplein/Nieuwehaven en de Hoofdlaan in Schiebroek.
Op de Begraafplaats Crooswijk zijn in vak GG 556 van deze slachtoffers begraven waarbij van 126 personen de identiteit niet kon worden vastgesteld daar hun lichamen veelal verkoold waren of slechts één of enkele lichaamsdelen zijn teruggevonden.
Daarnaast zijn ruim 100 namen bekend van personen waarbij enig vermoeden bestaat dat ook zij slachtoffer zijn, maar dit op basis van objectieve criteria (nog) niet kan worden bewezen.
Het onderzoek heeft talrijke nieuwe gegevens opgeleverd over de achtergronden van de slachtoffers en waar en waardoor zij zijn omgekomen. Uit contacten met nabestaanden zijn vele nieuwe verhalen naar voren gekomen.
De 91-jarige Francina Bouman was het oudste geïdentificeerde slachtoffer. Clasina van Druten werd niet ouder dan 19 dagen en is op 19 mei 1940 dood onder het puin gevonden. De gemiddelde leeftijd van de geïdentificeerde burgerslachtoffers van het bombardement van 14 mei 1940 was 42 jaar. Verder zijn 11 families bekend waarbij 5 of meer slachtoffers zijn gevallen. Veel slachtoffers zijn gevallen door het bombardement op de Strafgevangenis aan de Noordsingel (42 doden) en de oude Doelen (39 doden), toen gelegen naast het Stadhuis aan de Coolsingel.
Aan Nederlandse zijde was Hendrik van Winkel met 18 jaar het jongste geïdentificeerde militaire slachtoffer en de 59-jarige Jean Simon Thomas het oudste. De gemiddelde leeftijd van alle Nederlandse militaire slachtoffers was 27 jaar. De meeste militaire slachtoffers aan Nederlandse zijde zijn gevallen bij de gevechten rondom het voormalige vliegveld Waalhaven.
Aan Duitse militaire zijde was de 17-jarige Walter Kretschmann het jongste geïdentificeerde slachtoffer en Eugen Staehle met 44 jaar het oudste. De gemiddelde leeftijd van alle Duitse militaire slachtoffers was 24 jaar. Ook aan Duitse zijde vielen de meeste slachtoffers bij de gevechten rondom het voormalige vliegveld Waalhaven.
Onderzoek
Het onderzoek naar de namen van de slachtoffers is uitgevoerd samen met het Stadsarchief Rotterdam waarbij onder andere gebruik is gemaakt van de volgende bronnen:
- Overlijdensakten
- Overlijdensverklaringen van de schouwarts
- Registers van diverse Rotterdamse begraafplaatsen
- Familieadvertenties (o.a. rouwadvertenties, bidprentjes)
- Gegevens van de Oorlogsgravenstichting en het Joods Monument
- De kadastrale kaarten uit 1939
- Telefoonboeken
- Informatie van nabestaanden (van toen en van nu)
- Bevolkingsregisters (vooral gezinskaarten)
- Politieverslagen
- Het overzicht “Bommen, Granaten en Vliegtuigen op Rotterdam tussen mei 1940 en mei 1945” ontleend aan
Politie-archief nummer 3304 en het archief van de voormalige Luchtbescherming - Lijsten met vermisten
- Uitkomsten van eerdere onderzoeken
- Delpher (een platform met gedigitaliseerde teksten uit Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften)
- Krantenkijker van het Gemeentearchief Schiedam
- Bevolkingsreconstructie van de Stad Rotterdam
- Diverse militaire archieven in Nederland en Duitsland
In enkele gevallen zijn verschillende schrijfwijzen van een voor- en/of achternaam aangetroffen. Zoveel mogelijk is de schrijfwijze aangehouden zoals vermeld in de geboorteakte. Niet in alle gevallen is de datum van overlijden exact vast te stellen. Zo wordt in overlijdensakten soms gebruik gemaakt van de term “Overleden bevonden”. Dit is de datum waarop de betreffende persoon dood werd aangetroffen (bijvoorbeeld onder het puin) en de datum van overlijden niet exact kon worden vastgesteld.
Op 1 november 1940 werd het puinruimen officieel beëindigd. Dit is ook de uiterste datum waarop iemand moet zijn overleden of gekenmerkt zijn als “Overleden bevonden” om te voldoen aan de criteria voor het slachtofferschap.
Nieuwe bronbewerkingen
Van diverse registers zijn, als onderdeel van het onderzoek, nieuwe bronbewerkingen gemaakt waaronder:
- Begraafplaats Crooswijk, vak GG (voornamelijk burgerslachtoffers)
- Begraafplaats Crooswijk, vak P (Nederlandse militairen)
- Slachtoffers strafgevangenis Noordsingel
Herdenken
Ieder jaar op 14 mei herdenkt Rotterdam de verwoesting van de binnenstad. In de Laurenskerk worden alle namen van de slachtoffers opgelezen en herdacht. Nabestaanden van de slachtoffers en andere geïnteresseerden zijn welkom. Meer informatie over het programma is te vinden op Brandgrens.
Vervolg
Na het achterhalen van de namen wordt nu gewerkt aan het verder verzamelen van verhalen over en fotomateriaal van de slachtoffers. Heeft u een verhaal en/of beschikt u over fotomateriaal dan kunt u contact opnemen met Stichting Voorouder.