Emplacement Vierhavenstraat rond 1935. Foto genomen vanaf toren gebouw Diepeveen & Co aan de Pelgrimstraat. (Bron: collectie ROVM)
Rond 1900 begon Rotterdam met de ontwikkeling van stukgoedhavens in het westen van de stad. Na de aanleg van de Koushaven, IJselhaven, Lekhaven en Keilehaven werd in 1914 gestart met de bouw van een nieuw emplacement langs de Hudsonstraat in de wijk Bospolder-Tussendijken. Dit emplacement was 14 sporen breed en werd overbrugd door een loopbrug vanaf de Hudsonstraat naar het havengebied van de Vierhavenstraat. Dit emplacement stond bekend als Rotterdam RMO (Rechter Maas Oever).
Aan de noordkant van het emplacement, bij het Marconiplein, stond in 1943 een seinhuis waar de seinhuiswachter Popke de Jong, naast het bedienen van de seinen, ook met een rode vlag voor de trein uit het Marconiplein moest oversteken als de trein het plein passeerde. Alle kruisingen, verkeer, trambaan en spoorbaan waren toen gelijkvloers.
Marconiplein rond 1938. (Bron: Stadsarchief Rotterdam)
Popke de Jong, geboren op 7 augustus 1885 te Heerenveen trad in 1908 als los arbeider in dienst bij Station Rotterdam Maas. Later dat jaar ging het naar Rodenrijs en in 1911 vertrok hij naar Vlaardingen waar hij in 1912 werd benoemd als rangeerder. In 1917 vertrok hij naar het emplacement Rotterdam RMO waar hij eind 1928 werd benoemd als seinhuiswachter.
Op woensdag 31 maart 1943 kwamen de Amerikaanse bommenwerpers. De sirenes van het luchtalarm begonnen om 13:15 uur te loeien. Niet veel later vielen de eerste bommen op het emplacement Rotterdam RMO en het seinhuis.
Bombardement van 31 maart 1943. De bominslag bij het seinhuis in de buurt van het Marconiplein is aangegeven met de rode cirkel. (Bron: collectie Jac. Baart)
Na het bombardement werd Popke de Jong dood aangetroffen op straat bij het Marconiplein, totaal verminkt. Van zijn persoonlijke bezittingen werd zijn zakbijbeltje later tussen het puin van het seinhuis teruggevonden.
In dit bijbeltje bij Johannes 3:16…
“Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat hij zijn enig geboren Zoon heeft gegeven, zodat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe”
..had, volgens zijn oudste zoon, Popke de woorden “een ieder” doorgestreept en in de kantlijn vervangen door “Popke de Jong”.
Popke de Jong. (Bron: collectie familie de Jong)
Eén van zijn kinderen schreef over vader Popke het volgende:
Zijn naam was Popke
Hij was een Fries uit Heerenveen
Een christen-socialist
met een kinderlijk geloof in God
en diep respect voor Troelstra.
In blauwe werkmanskiel
en broek van de N.S.
heeft hij vijf-en-dertig jaar
zijn werk gedaan.
Hij heeft nooit aan de weg getimmerd
werd nergens voor gevraagd
maar heeft vanuit zijn Friese aard
zijn kinderen wel geleerd
de ogen nimmer neer te slaan
voor makker noch voor meester
en kop en knie alleen te buigen
voor God.
Hij heeft de roede niet gespaard
zijn harde werkmanshand
waarmee hij ook mijn brood verdiende
heb ik dikwijls gevoeld
maar ondanks pijn na een bestraffing
voor een verboden daad
heb ik hem nooit verwenst
en geen moment gehaat.
Als wij op het feest van Willemien
ons tooiden met oranje
ging hij met ons versierde straten zien
en ’s avonds naar het vuurwerk
zelf droeg hij nooit oranje
die kleur paste niet bij zijn rode hart.
Na veertien mei negen-tien-veertig
heeft hij met eigen hand
een bordje aan de muur gehangen
met een oranjezon
ik, jonge revolutionair
zag het vervolgens aan
maar zweeg want in zijn strenge blik
las ik: “Geen commentaar”.
Ik zie in broers en zuster
maar meer nog in mijzelf
iets van mijn vader terug
als erfenis.
Er werd thuis niet gekust, geknuffeld
wij waren niet sentimenteel
toch, als wij nu over hem praten
schiet er een brok soms in mijn keel.
Hij stierf op een-en-dertig maart
door bommen, op zijn post
zijn naam, in brons gebeiteld
blijft bewaard
in de hal van het Centraal Station
te Rotterdam.
Plaquette Centraal Station Rotterdam)
Popke de Jong wordt vermeld op een plaquette in het Centraal Station van Rotterdam.
De tekst op deze plaquette luidt:
Ter nagedachtenis aan hen die vielen 1940 – 1945
C.G. Aarts
P. van As
E. Bannet
M. Beije
A.J. de Boer
R.J.A. Bol
H. de Hartog
W.A. Hill
A.J. Hilligehekken
S. van der Horst
J.D. Jansen
P. de Jong
E. van der Klein
H. de Koning
G. van der Kuil
C.A. Lagerwey
J. Maarleveld
M. Nout
J. Polak
L. Polak
W.A. Schnitfink
I. Sies
S.Stoker
B. Stranders
C.J. van Trijffel
J.H.M. Veenhuys
P. Versteeg
M.A.A. Vol
J. Wolfard
M. Zegers
Onder de namen is een afbeelding van een gevleugeld wiel aangebracht. Dit is het voormalige symbool van de Nederlandse Spoorwegen. Het gedenkteken is een uniforme plaquette die is aangebracht in 110 Nederlandse stationsgebouwen. De namen van de omgekomen personeelsleden staan ook vermeld op het ‘Monument voor het Gevallen Spoorwegpersoneel’ te Utrecht.
Bij de onthulling in 1948 bevond het monument zich in de vestibule van het station. In 1957 werd de plaquette verplaatst naar de linkerzijde van de stationshal van Rotterdam Centraal. Tijdens de verbouwing (2009 – 2014) van het stationsgebouw is de plaquette verplaatst naar een opvallendere plek. Deze plaquette bevindt zich nu naast de liftschacht in de stationshal.
Herdenking door de achterkleinkinderen
Madeleine le Roux (Pretoria, Zuid-Afrika), Anita van der Merwe (Washington DC, VS) en Wouter de Jong (Johannesburg, Zuid-Afrika), drie achterkleinkinderen van Popke de Jong, herdenken Popke de Jong nog elk jaar. Madeleine schreef over hem het volgende stuk in het Afrikaans.
Ons het altyd aan my Pa se lippe gehang wanneer hy vir ons stories vertel het van sy kleintyd. Dit was gewoonlik op Sondag middae wat ons aan hom geneul het om te vertel. Hy het nooit uit sy eie vertel nie. As ons geweet het watter vrae om te vra het ons die regte antwoorde gekry. My Pa, ’n natuurlike storieverteller se woorde was min as dit by die oorlogsverhale kom. Ek vermoed die emosionele lading daarvan was baie swaar. Hierdie verhaal is oor en oor aan ons vertel. Dis nie ’n lang verhaal nie. Net ’n onuitwisbare herinneringsbeeld van my Pa se kindergemoed. Dit het ons diep geraak.
Na die oorlog was werk skaars en het die mense swaargekry. My Oupa Albert (seun van Popke) en sy gesin het na Suid-Afrika geïmmigreer opsoek na ’n werksgeleentheid. Dit was die begin van die Suid-Afrikaanse storie. Ons is net ’n klein deeltjie van die de Jong familie hier suid.
My Pa, Albert (jnr) de Jong was ’n 5 jarige seuntjie tydens die bombardement van 31 Maart 1943. Sy Opa Popke was ’n baie streng maar ’n liewe man. Hy was ’n staatmaker by sy werk. Hy het sy werk baie noukeurig gedoen. Dit is ook goedso want die verantwoordelikhede was groot. Soms kon klein Albert sy Opa besoek by sy seinhuisie op die Marconiplein. Hy onthou duidelik die verskillende hefbome wat blink gepoets was. Die hoogtepunt was as hy vir Opa kon ‘help’ om die swaar hefbome se werk.
Op die oggend van die bombardement was kein Albert en sy Ma te voet oppad om vir Opa Popke sy middagete te neem soos wat dit hul gewoonte was. Daar was gereeld sirenes om die inwoners van Rotterdam te waarsku as daar bommers oppad is. Die oggend was daar ook sirenes en dreunings en ontploffings waaraan hul al gewoond geraak het. En so het hul gestap tot op ’n punt waar die pad toegemaak was met ’n barikade. Hul kon nie verder nie. Voor hul was daar rook maar hul kon nie sien waar dit vandaan kom nie. Nadat hul ’n rukkie vertoef het, het hul omgedraai en maar teruggegaan huistoe met die middagete nog in die hand. Onafgelewer.
Later het hulle verneem dat Opa Popke se seinhuisie ’n kolskoottreffer was in die bombardement.
Ons sal vir Opa Popke nooit vergeet nie. Ons het hom nooit geken nie. Maar 80 jaar later dien ons dieselfde God as hy. Is daar tog ’n band. ’n Bloedband. Opa Popke is voortydig oorlede maar tog is sy nageslag vandag oor 3 kontinente versprei…